Het doek lijkt nu definitief gevallen. “Lijkt” want zeker weten doen we dat nog niet. De basis van die ondergang werd al gelegd in 2004 toen de aandeelhouders van het toen beursgenoteerde Vendex besloten om tegen een veel te lage waardering afscheid te nemen van de Vendex retailgroep.
Waarom weet niemand meer precies. Investeerder KKR kocht het pakket en splitste het onroerend af. De groep werd in stukken stukken gehakt en in gedeeltes verkocht. Nu dik tien jaar later bleek die afsplitsing van het onroerend goed fataal.
Als ik de berichtgeving zo lees had V&D alles anders moeten doen. Innoveren, online activatie en ideeën over een betere afstemming van assortiment en kopers voeren de boventoon. Uit de online hoek zijn de geluiden het sterkst. Partners als Bol.com, Coolblue of zelfs Zalando zouden de redding kunnen zijn geweest is hun overtuiging.
Ze vergeten voor het gemak dat V&D een webshop had met meer dan 2 miljoen bezoekers per week. Dergelijke aantallen kun je onmogelijk stoffig noemen.
Met volle overtuiging wordt verkondigd dat het verdwijnen van de winkels in direct verband staat me de opkomst van het online shoppen. In dit verband is het handig om te weten dat Nederland ten tijde van de koopcrisis de meeste winkel vierkante meters had van Europa. Dat zoiets zich tijdens een periode van verminderde koopkracht corrigeert is vrij normaal.
Hoewel de getallen door Retail Nederland worden bevestigd gaat het maar om één rapport. Nederland is in ieder geval aardig bedeeld met winkel vierkante meters. Tegelijkertijd nam het aantal winkel vierkante meters verder toe in de periode 2004 tot 2015.
Volgens onderzoeker Locatus groeide de voorraad winkel vierkante meters van 26.9 miljoen vierkante meter in 2004 naar 31.4 miljoen vierkante meter in 2016. Minder winkels met meer meters. Dat geeft vanzelfsprekend ook een verschuiving in het winkelbeeld.
Dat heeft natuurlijk ook impact. Het is eigenlijk schokkend om te lezen hoe weinig de mensen uit de online hoek zich verdiepen in de echte omstandigheden en de cijfers. De oude hap van V&D had geen overlevingskansen dat is het beeld dat zich nu opdringt. Het verhult een serie van hebzucht, mismanagement en misschien ook wel gewoon domme pech.
Is het ook zo, was V&D niet te redden? In tegenstelling tot wat iedereen lijkt te roepen “ik kom nooit in V&D” werd de winkelketen in 2014 wekelijks bezocht door ca. anderhalf miljoen mensen die er voor ruim 600 miljoen euro aan spullen kochten.
Hoewel de curatoren schermden met 70 gegadigden kun je uit de hoek van Kahn vernemen dat hij drie weken geleden door de curator zelf benaderd is. De succesvolle retail ondernemer Kahn zag er kennelijk wel brood in maar moest op teveel borden tegelijk schaken.
Dat V&D een een kwakkelende keten van warenhuizen was is bekend. Om zoiets te keren moet er nogal wat gebeuren. Kennelijk waren er toch ondernemers die mogelijkheden zagen. De oorzaak van de definitieve ondergang ligt daarom misschien wel niet bij de aanpak van Kahn, of de ideeën van de financiers maar ligt besloten in het faillissement systeem in Nederland dat dateert uit 1893.
Een surseance is negenennegentig van de honderd gevallen het voorportaal van een faillissement. De curator hakt en bikt zich een weg door de boedel op zoek naar zoveel mogelijk opbrengsten. Het is daarbij een publiek geheim dat de curator zichzelf niet vergeet als het gaat om de beloning voor zijn harde werk.
Niet alle curatoren zijn bovendien even competent. In dit geval kozen de curatoren voor Kahn, dat niet alleen zij voerden exclusief gesprekken met hem. Een keuze die verkeerd uitpakte. Het verbaast mij daarom dan ook dat niemand naar de rol van de bewindvoerders kijkt.
In tegenstelling tot de Amerikanen die met hun chapter 11 een procedure hebben ontwikkeld om ervoor te zorgen dat er zo weinig mogelijk kapitaal wordt vernietigd en waarbij alles is gericht op continuïteit van de onderneming, wordt daar in Nederland nul rekening mee gehouden. De boedel wordt zo mogelijk in stukken gehakt en aan de hoogste bieder verkocht.
Opbrengsten gaan naar de curator en de financiers meestal ook in die volgorde. In uitzonderlijke gevallen blijft er nog wel eens wat over voor de overige schuldeisers. Personeel moet doorgaans doorwerken met een UWV uitkering.
In die periode, die vaak nog maanden in beslag kan nemen, worden de voorraden met enorme kortingen verkocht zodat ook de concurrenten nog eens benadeeld worden. De opbrengsten van die verkopen gaan niet naar de leveranciers.
Nee, die moeten met lede ogen toekijken hoe de bewindvoerders de meestal nog onbetaalde voorraad met korting verkoopt en de opbrengsten in eigen zak steken. Aan het einde van de rit staan de medewerkers op straat, is er schade aangericht bij leveranciers, bij de concurrenten en is alle kapitaal vernietigd.
Elke case heeft waarschijnlijk zijn bijzonderheden zo ook die van V&D. De verhuurders van het onroerend goed bleken uiteindelijk vrij te zijn om te kiezen voor de hoogste bieder. Dat was natuurlijk niet zo er waren immers huurovereenkomsten.
Het is daarom waarschijnlijker dat iemand heeft zitten slapen. Degene die de surseance heeft omgezet in een faillissement, een rechter, heeft met die alles beslissende actie alle contracten ontbonden. Dus ook de huurcontracten.
Misschien wel om een betere huur te bedingen en misschien wel omdat niemand had verwacht dat een buitenlandse partij interesse zou hebben voor de top locaties. Misschien had hij ook wel geen idee wat de consequenties waren van zijn actie voor de 8000 personeelsleden en misschien was er wel geen andere mogelijkheid. We zullen het nooit echt weten.
In ieder geval was het omzetten van de surseance naar een faillissement een cruciale inschattingsfout. De curatoren raakten daarmee de belangrijkste troef voor hun onderhandelingspositie kwijt. Eigenlijk bestond V&D vanaf dat moment niet meer.
Een winkelformule zonder winkels is niet een heel erg goed verkoopbaar concept. De curatoren gooiden het bovendien wel heel erg snel op een akkoordje met Jumbo. Te snel waarschijnlijk. Vol trots werd gemeld dat La Place verkocht werd en iedereen was lovend. Een vreemde actie.
La Place was gewoon een goed lopende formule die bovendien ook nog eens een belangrijke bijdrage leverde aan het genereren van de zo belangrijke winkeltraffic voor de panden. La Place had jaarlijks 35 miljoen bezoekers, 120 filialen en maakte bij een omzet van ca. 150 miljoen euro met 3000 werknemers gewoon een winst van en miljoen of vijf, zes.
Hoe dat resultaat van La Place precies tot stand komt is onbekend. We weten niet of de vestigingen in de V&D warenhuizen een beter resultaat maakten dan de vestigingen er buiten. Naar verluidt betaalde Jumbo een miljoen of veertig aan de curatoren.
Daar zal wel een aardige clausule bij zitten. Je mag er vanuit gaan dat de prijs lager ligt nu de helft van de vestigingen dicht moet. Voor de curatoren was het in ieder geval wel een goede deal. We kunnen niet helemaal uitsluiten dat een belangrijk deel van de opbrengsten van La Place op de rekening van de curatoren wordt bijgeschreven.
Het is nogal een omvangrijk faillissement en daar gaan buitengewoon veel uren in zitten. De afwikkeling kost waarschijnlijk jaren. Jaren waarin de curatoren nog maandelijks rekeningen indienen. Laten we het anders formuleren met de snelle verkoop van het stukje van La Place is het faillissement van V&D voor de curatoren in ieder geval geen verliespost.
Natuurlijk was het onverwacht dat een buitenlandse partij zou bieden op de toplocaties. Onverwacht maar zeker niet onlogisch als je het onroerend goed dossier beter had bestudeerd. De kans voor een derde partij om te kunnen bieden op het onroerend goed, buiten de curator om, werd gecreëerd door het faillissement.
Was V&D in surseance gebleven dan was dit niet gebeurd. Wellicht, had gedurende de periode van surseance La Place verkocht kunnen worden. Dat geld had gebruikt kunnen worden voor een tegemoetkoming aan de verhuurders. Maar dat is speculatie.
De formule van V&D, die goed was voor 2 miljoen website bezoeken per week, anderhalf miljoen winkel bezoekers per week en met la Place als goed renderende parel, was samen met de toplocaties waarschijnlijk best te redden geweest.
De rechter en de curatoren maakten echter andere afwegingen met fatale gevolgen voor de medewerkers van zowel La Place als V&D zo blijkt. Ondertussen pakt deze situatie voor de Canadese investeerders op zoek naar top locaties wel heel aardig uit.
De eigenaren van de panden hebben kostbare tijd verloren en moeten nu met één partij verder praten. Dat zal zeker geen positief effect hebben op de onderhandelingsresultaten. Het doek voor V&D lijkt gevallen maar bij dit soort zaken weet je dat nooit zeker.
Als je tot hier hebt gelezen ben je waarschijnlijk ook geïnteresseerd in deze artikelen;
- Het omvallen van V&D en Macintosh is misschien wel geen goed nieuws voor online retailers.(1)
Heel interessante invalshoek. Ik als 'domme consument' heb me nooit gerealiseerd dat dit ook effecten zijn en de curatoren wellicht niet in het meest algemene belang handelen. O ja, wel een spelvautje (ligt ipv licht in de tunnels).
BeantwoordenVerwijderenHet is mij niet helemaal duidelijk waarom de verhuurders met een partij verder zouden moeten praten.
BeantwoordenVerwijderenMet alle respect voor het personeel die hun baan verliezen, de formule V&D was niet meer te redden.
Er is echter wel ruimte gekomen voor iets nieuws in de Nederlandse winkelstraten, gelukkig met ook weer nieuwe werkgelegenheid.
Dat V&D niet te redden was of is weet ik nog niet zo zeker als jij. Kahn was er serieus mee bezig en staat bekend als een goed ondernemer. Wat betreft het onroerend goed heb je een goed punt.Dat staat er inderdaad ongenuanceerd. In de media wordt gesproken over één partij die concreet is daar refereer ik aan. De toplocaties zijn waarschijnlijk zo weg. Ik heb begrepen dat dat er een stuk of twintig zijn. Voor de overige 45 wordt het moeilijker.
VerwijderenTadek, je hebt helemaal gelijk voorzover het het Endspiel betreft, maar het zittende management heeft jarenlang de kans gehad om dit te voorkomen. Aandeelhouders hebben er voor gekozen om duurbetaalde en doorgewinterde retail directies zonder vernieuwende visie de keten te laten redden. Die hebben voor een uitstekende vergoeding maanden in tijd en miljoenen in geld verspeeld en hebben verzuimd in te grijpen in de formule, en het merk te vernieuwen. En passant hebben ze veel niet betrokken interim krachten voor royale tarieven binnen gehaald om mee te denken, zonder enig resultaat. Er zijn dus best wel wat mensen beter geworden van de val van V&D. Ze probeerden vooral de oude winkelformule in de lucht te houden, maar die winkel was terminaal ziek. Niemand kwam met vernieuwende plannen. Er is slechts gekeken naar het saneren van de lopende bedrijfsvoering. De behoefte van de V&D klant is nauwelijks onderwerp van gesprek geweest. Het ging vooral over afvloeien van personeel, over het heronderhandelen van inkoopcondities en over het aanpassen van huurcontracten. Terwijl het échte probleem traffic en conversie was en er géén competitief antwoord was op snel opkomende online concurrenten. Als het kapitaal zich dan vervolgens terecht terug trekt (omdat échte resultaten achterwege blijven) is het snel voorbij. Dat hebben we nu al vaak genoeg gezien bij andere ketens. Gezien het gebrek aan daadkracht en visie van old school retail directies, sluit ik ook niet uit dat er nog ketens gaan volgen. Veel capabele directies uit de jaren 90 overzien hun échte problematiek niet, omdat ze niet omnichannel denken. Ze blijven in "winkels" en "assortiment" denken in plaats van "klanten","customer journeys","loyaliteit" en "bestelgemak". Een A1 lokatie is nog maar één van de vele aspecten die een merk sterk maken. En vaak gaat de focus niet verder dan die locaties. Klanten en/of leden koppelen hun trouw aan een merk inmiddels aan veel meer dimensies. Ze willen 24/7 bediend worden door hun merken en leveranciers.
BeantwoordenVerwijderenEr wordt door fysieke retailers simpelweg niet voldoende geïnvesteerd in die nieuwe dimensies, en er wordt niet voldoende vernieuwd in de bestaande proposities. De markt klotst zo hard weg naar wendbare online aanbieders die zich alleen hoeven te focussen op online channels. Dat scheelt een winkelketen. Als bestaande retailformules hier niet héél hard op gaan acteren, eindigen zij precies waar V&D op is vast gelopen.
Curatoren maken het dan uiteindelijk voor hen ook graag af. Maar zij zijn niet de oorzaak. Die zit in de propositie van de retailers zelf. Om af te sluiten met een pitch, ik kom graag sparren met wie wil. Het zou eeuwig zonde zijn als er nog meer merken uit het straatbeeld verdwijnen. Maar het moet wel écht anders. Winkeltje spelen is de oplossing niet meer. Hoe vervelend dat ook klinkt.
Ik weet het niet Tadek. De hebzucht van de curatoren is inderdaad ongekend. http://www.faillissementsdossier.nl/ Ga daar maar eens rondstruinen en lees dan vooral de verslagen van de curatoren. Voor het overgrote deel doen ze bitter weinig behalve hun uren declareren @ 175 - 250 Euro per uur.
BeantwoordenVerwijderenWat V&D betreft... mijn mening is dat ze na de invoering van die achterlijke winkelformule met shop in shop hun eigen identiteit zijn kwijt geraakt. Als bezoeker wist je niet meer met wie je nu eigenlijk echt zaken deed. En persoonlijk denk ik dat die eigen identiteit jou onderscheid van de rest. V&D had het. Iedereen probeerde het management wijs te maken dat het oubollig was maar aan de andere kant hoorde je van veel bezoekers dat het gewoon gezellig was. Misschien geen topwinsten, maar genoeg om voor te bestaan.
Wil je het blijven volgen? kijk dan op:
http://www.faillissementsdossier.nl/nl/surseance/1158062/v-d-b-v.aspx
ben benieuwd of de verslagen van de curatoren hier ook op komen