zondag 24 januari 2021

Ons brein doet vreemde dingen met informatie.


Informatie was nog nooit zo onder handbereik als vandaag. Ik herinner me nog wel vakanties waarin we eindeloos konden discussiëren over het effect van smeltende ijsbergen. Of de zeespiegel dan zou stijgen of dalen. Of een eitje koken op 2000 meter hoogte. Kookt het water dan sneller en wat voor effect heeft dat op de kooktijd van ei. Vaart een boot eindeloos sneller met meer PK’s in de aanhangmotor en gaan diezelfde wetten op voor een vliegtuig.

Die gesprekken kunnen alleen nog plaats vinden wanneer de phone niet onder handbereik is. Anders is er altijd wel iemand die het even opzoekt. Weg gesprek, weg het pijnigen van je eigen redenatie vermogen.

We leven in een maatschappij waarin elke snipper informatie direct binnen bereik is. Maar hoe werkt dat het verwerken van al die informatie. Wat is bijvoorbeeld de betekenis van een woord. Hoe weeg je het gewicht van een woord. Hoe spelen marketeers en communicatie professionals daar op in. Die beschikbare informatie uit je phone. Of misschien wel beter, we worden voortdurend in een richting geduwd maar hebben we dat wel voldoende door?

Vergelijk het met een trein waar je in zit. Je kijkt uit het raam en denkt dat je vertrekt. Maar het is de andere trein die beweegt. Ons brein doet vreemde dingen met informatie.

Dat we worden gemangeld door de informatie van bijvoorbeeld Facebook en Google is geen nieuws meer. Maar wat doen we ermee. En natuurlijk gaat het niet alleen om de social media. Het karakter van de TV en de kranten is ook veranderd. Als alles om de kijkcijfers draait krijg je programma’s die kijkcijfers stuwen. Als je traditionele verdienmodel erodeert, zoals bij de dagbladen, komt er iets anders voor in de plaats. Dan verschuiven grenzen.

Negatieve aandacht trekt meer kijkers, meer luisteraars en meer lezers. De traditionele media agenderen als het ware de social media onderwerpen, vice versa. Een gek met een afwijkend idee scoort beter dan Richard Attenborough, tenzij hij verkondigt dat de wereld vergaat. Journalisten creëren zo een geheel eigen dynamiek.

Terwijl heel Nederland na negen uur plat ligt praten we de volgende dag alleen nog maar over Urk.

Een parallel journalistiek aandacht universum. Met de verkiezingen in aantocht staan journalisten voor een dillema. Wat is belangrijker. Dat de volledig uitgerangeerde Mona Keijzer bij WNL iets roept over de VVD. Of toch maar de brandstichting in Urk. Politici vliegen elkaar nu al in de haren over het klimaat. Over gebroken beloftes. Met gratis bier voor de jeugd, gratis kinderopvang, gratis dit en gratis dat. Terwijl de hele politieke kliek, niemand uitgezonderd, ervoor verantwoordelijk is dat het vaccineren in Nederland maar tergend langzaam van de grond komt. Misschien wel het enige thema dat Nederlanders nu werkelijk interesseert.

Hoe bekend is het eigenlijk hoe informatie precies werkt?

Mijn vakmatige rationale zegt dat de meesten mensen eigenlijk geen idee hebben hoe informatie echt werkt. Hoe je elke dag voorzichtig maar beslist in een richting wordt geduwd. Met consequent en systematisch liegen kan je immers vier jaar lang president van Amerika blijven. “De Washington Post controleerde vanaf het moment dat Trump in the Oval Office plaatsnam zijn uitspraken en verzamelde die in een database . Het verbijsterende aantal volstrekt onjuiste of misleidende claims kwam uiteindelijk uit op 30.529 – een gemiddelde van 21 per dag (FTM)

En ja ik begrijp best dat aanghangers van Trump weer iets anders vinden. We zagen hoe gemakkelijk je mensen kan wijsmaken dat er werd gefraudeerd met de Amerikaanse verkiezingen. Tot voor kort dachten we dat dat soort geestelijke manipulatie alleen mogelijk was in landen als Noord Korea. Nu gaat het er mij niet om iets te zeggen voor of tegen iemand. Iedereen heeft zo zijn bias, ik ook. Waar het meer om gaat is dat we het begrijpen. Dat we begrijpen hoe we beïnvloed worden door wat we zien en horen.  

Dat we begrijpen dat marketing en communicatie niet alleen van belang is voor het kopen van een stofzuiger.

Dat het mechanisme werkt voor alles wat we doen. Voor onze politieke keuzes. Of wat we vinden van het Covid19 beleid. Onze beslissingen worden in belangrijke mate bepaald door wat we zien en wat we horen. En ja ook door wat we zoeken. Door welke informatie als eerste tevoorschijn komt als je iets zoekt. Als je iets intikt op Google of op een website.

Ik had deze week een mooi gesprek over hoe dat werkt. Hoe we mentaal gestuurd worden. Met een voormalig schooldirecteur van in de 80. Ik haalde voor de discussie het boekje van Vance Packard uit de kast. The Hidden Persuaders.

Met zijn boek The Hidden Persuaders (De verborgen verleiders) zorgde de Amerikaanse wetenschapsjournalist Vance Packard in 1957 mondiaal voor een ‘big bang’ in consumentenland. Packard stelde dat reclame-experts met behulp van dieptepsychologie de consument manipuleerden en ze zo wisten te verleiden tot ongewenste en zelfs onverantwoorde aankopen. Reclame zat volgens Packard vol met subliminale boodschappen; signalen of boodschappen verborgen in beeld of geluid, die niet bewust worden opgemerkt door de consument. Ze omzeilen het normale afweermechanisme dat de consument creëert om niet overvoerd te raken door de massa aan dagelijkse informatie. De boodschappen worden door het onderbewustzijn verwerkt en kunnen aanzetten tot bepaald gedrag” vatte Henk Dilling het al eens mooi samen.

The Hidden Peruaders is een standaard werkje voor marcom mensen, een verhaal dat eigenlijk nooit aan actualiteit heeft ingeboet. Mooi moment was het ook, hij kende het boek. Hij had het ooit gekregen van zijn schoonvader die ook schooldirecteur was. De gebonden versie belande begin dit jaar bij een grote boeken opruiming in container. Ergens zag ik daar de symboliek ook wel van in. Een boek dat inzicht geeft in ons menselijk handelen en hoe je wordt beïnvloed belandt anno 2021 in de vuilcontainer.

Ik geloof dat we grotere stappen moeten zetten.

Hoewel ik begrijp dat het onderwijs overladen wordt met opdrachten, zoveel taken dat er aan lesgeven steeds minder tijd kan worden besteed, denk ik toch dat daar de sleutel ligt. Onderwijs is het beste antwoord tegen de vergoogeling, de verfacebookisering van de samenleving. Kennis hoe het gewicht van woorden werkt. De invloed van algoritmes op ons brein. Het bestaan van algoritmes. Hoe informatie onze denkbeelden beïnvloed. Wat er gebeurt als je naar Instagram kijkt. Hoe TikTok werkt. Wie bepaalt welke zoekresultaten Google laat zien. Waarom zie je steeds diezelfde Facebook posts. Wie bepaalt dat en vooral ook hoe.

De geest is allang uit de fles en krijg je er echt niet meer in.

Op het moment dat mediabedrijven en marketeers besloten dat er geen scheiding meer hoefde te zijn tussen redactie en commercie. Het moment dat reclame niet meer herkend hoefde te worden als reclame gingen alle remmen los. Elke boodschap, elk verhaal kan nu de intentie hebben om je ergens naar toe te duwen. Misschien zou NIMA, Het Nederlands Instituut voor Marketing de oversteek kunnen maken. Een brug kunnen slaan.

Misschien zou iedereen in de toekomst wel marketeer moeten zijn.

Dat het Nederlands Instituut voor Marketing komt met lespakketten voor bijvoorbeeld het basisonderwijs. Dat iedereen de basisbegrippen van gedragsbeïnvloeding  onder de knie kan hebben. Snappen hoe de geest werkt. Om beter te begrijpen hoe de media je mening kneedt. Om te begrijpen waarom politieke partijen roepen wat ze roepen. Om te begrijpen dat iets roepen loont. Dat als je iets maar vaak genoeg roept dat mensen denken dat het waar is. Het is maar een idee, maar als je echt iets wilt veranderen moet je misschien wel bij het begin beginnen.

 

1 opmerking :

  1. "Als je echt iets wilt veranderen moet je misschien wel bij het begin beginnen."
    Het onderwijs is al jarenlang gebasseerd op hetzelfde systeem waarbij een afzender (docent/school/overheid) informatie overbrengt naar een ontvanger (student/leerling). Hier bepaalt de afzender welke informatie de ontvanger moet opnemen en moet kunnen reproduceren om te voldoen aan de meetbare eisen. Meetbaarheid staat tegenwoordig hoog in het vaandel. Vooruitgang op school bestaat bijna alleen nog maar als het kan worden uitgedrukt in een meetbare eenheid, die te vergelijken is met andere leerlingen en de gegeven informatie. Het systeem is dus volledig gebasseerd op bestaande kennis overbrengen en vooruitgang meetbaar maken. Hier is daarom vrij weinig ruimte voor creatieve vrijheid en de vragen 'Wat wil ik? Wie ben ik? Wie ben ik tenopzichte van de wereld?'. (Dit is redelijk ongenuanceerd, er zijn uitzonderingen.)

    Dit speelt een grote rol in hoe de consument informatie ontvangt. We worden, door de constructie van het onderwijssysteem, vanaf een jonge leeftijd geleerd dat een authoriteit (zoals een docent), de absolute waarheid spreekt. Deze informatie moeten we tot ons nemen en reproduceren.

    Als het overgrote deel van het onderwijssysteem gebasseerd is op 'de authoritaire afzender bepaalt de waarheid', vindt ik het niet gek dat we ook alle informatie die we buiten het onderwijs krijgen ook klakkeloos als waarheid aannemen, zonder kritisch na te denken. (Dit in combinatie met de extreem grote hoeveelheid informatie die we binnen krijgen. We kunnen niet élk klein onderdeel altijd kritisch bekijken en beoordelen)

    Misschien is het daarom goed om bij het begin te beginnen. Maar misschien niet in de vorm van 'lessen over gedragsbeïnvloeding' of 'lessen over hoe de media je mening kneedt'.

    BeantwoordenVerwijderen