Informatie was nog nooit zo onder handbereik als vandaag. Ik herinner me nog wel vakanties waarin we eindeloos konden discussiëren over het effect van smeltende ijsbergen. Of de zeespiegel dan zou stijgen of dalen. Of een eitje koken op 2000 meter hoogte. Kookt het water dan sneller en wat voor effect heeft dat op de kooktijd van ei. Vaart een boot eindeloos sneller met meer PK’s in de aanhangmotor en gaan diezelfde wetten op voor een vliegtuig.
Die gesprekken kunnen alleen nog plaats vinden wanneer de
phone niet onder handbereik is. Anders is er altijd wel iemand die het even
opzoekt. Weg gesprek, weg het pijnigen van je eigen redenatie vermogen.
We leven in een maatschappij waarin elke snipper informatie
direct binnen bereik is. Maar hoe werkt dat het verwerken van al die informatie.
Wat is bijvoorbeeld de betekenis van een woord. Hoe weeg je het gewicht van een woord. Hoe spelen
marketeers en communicatie professionals daar op in. Die beschikbare informatie
uit je phone. Of misschien wel beter, we worden voortdurend in een richting geduwd
maar hebben we dat wel voldoende door?
Vergelijk het met een trein waar je in zit. Je kijkt uit het
raam en denkt dat je vertrekt. Maar het is de andere trein die beweegt. Ons
brein doet vreemde dingen met informatie.
Dat we worden gemangeld door de informatie van bijvoorbeeld Facebook
en Google is geen nieuws meer. Maar wat doen we ermee. En natuurlijk gaat het
niet alleen om de social media. Het karakter van de TV en de kranten is ook
veranderd. Als alles om de kijkcijfers draait krijg je programma’s die
kijkcijfers stuwen. Als je traditionele verdienmodel erodeert, zoals bij de
dagbladen, komt er iets anders voor in de plaats. Dan verschuiven grenzen.
Negatieve aandacht trekt meer kijkers, meer luisteraars en meer
lezers. De traditionele media agenderen als het ware de social media
onderwerpen, vice versa. Een gek met een afwijkend idee scoort beter dan
Richard Attenborough, tenzij hij verkondigt dat de wereld vergaat. Journalisten
creëren zo een geheel eigen dynamiek.
Terwijl heel Nederland na negen uur plat ligt praten we de
volgende dag alleen nog maar over Urk.
Een parallel journalistiek aandacht universum. Met de
verkiezingen in aantocht staan journalisten voor een dillema. Wat is
belangrijker. Dat de volledig uitgerangeerde Mona Keijzer bij WNL iets roept over
de VVD. Of toch maar de brandstichting in Urk. Politici vliegen elkaar nu al in de haren
over het klimaat. Over gebroken beloftes. Met gratis bier voor de jeugd, gratis
kinderopvang, gratis dit en gratis dat. Terwijl de hele politieke kliek,
niemand uitgezonderd, ervoor verantwoordelijk is dat het vaccineren in
Nederland maar tergend langzaam van de grond komt. Misschien wel het enige
thema dat Nederlanders nu werkelijk interesseert.
Hoe bekend is het eigenlijk hoe informatie precies werkt?
Mijn vakmatige rationale zegt dat de meesten mensen
eigenlijk geen idee hebben hoe informatie echt werkt. Hoe je elke dag voorzichtig
maar beslist in een richting wordt geduwd. Met consequent en systematisch
liegen kan je immers vier jaar lang president van Amerika blijven. “De Washington Post controleerde vanaf het moment dat Trump
in the Oval
Office plaatsnam zijn
uitspraken en verzamelde die in een database . Het verbijsterende aantal volstrekt
onjuiste of misleidende claims kwam uiteindelijk uit op 30.529 – een gemiddelde
van 21 per dag (FTM)
En ja ik begrijp
best dat aanghangers van Trump weer iets anders vinden. We zagen hoe
gemakkelijk je mensen kan wijsmaken dat er werd gefraudeerd met de Amerikaanse verkiezingen.
Tot voor kort dachten we dat dat soort geestelijke manipulatie alleen mogelijk
was in landen als Noord Korea. Nu gaat het er mij niet om iets te zeggen voor
of tegen iemand. Iedereen heeft zo zijn bias, ik ook. Waar het meer om gaat is
dat we het begrijpen. Dat we begrijpen hoe we beïnvloed worden door wat we zien
en horen.
Dat we begrijpen dat marketing en communicatie niet alleen
van belang is voor het kopen van een stofzuiger.
Dat het mechanisme werkt voor alles wat we doen. Voor onze
politieke keuzes. Of wat we vinden van het Covid19 beleid. Onze beslissingen
worden in belangrijke mate bepaald door wat we zien en wat we horen. En ja ook
door wat we zoeken. Door welke informatie als eerste tevoorschijn komt als je
iets zoekt. Als je iets intikt op Google of op een website.
Ik had deze week een mooi gesprek over hoe dat werkt. Hoe we
mentaal gestuurd worden. Met een voormalig schooldirecteur van in de 80. Ik
haalde voor de discussie het boekje van Vance Packard uit de kast. The Hidden
Persuaders.
“Met zijn boek The Hidden
Persuaders (De verborgen
verleiders) zorgde de Amerikaanse wetenschapsjournalist Vance Packard in 1957
mondiaal voor een ‘big bang’ in consumentenland. Packard stelde dat
reclame-experts met behulp van dieptepsychologie de consument manipuleerden en
ze zo wisten te verleiden tot ongewenste en zelfs onverantwoorde aankopen.
Reclame zat volgens Packard vol met subliminale boodschappen; signalen of
boodschappen verborgen in beeld of geluid, die niet bewust worden opgemerkt
door de consument. Ze omzeilen het normale afweermechanisme dat de consument
creëert om niet overvoerd te raken door de massa aan dagelijkse informatie. De
boodschappen worden door het onderbewustzijn verwerkt en kunnen aanzetten tot
bepaald gedrag” vatte Henk Dilling het al eens mooi samen.
The Hidden Peruaders is een standaard werkje voor marcom
mensen, een verhaal dat eigenlijk nooit aan actualiteit heeft ingeboet. Mooi
moment was het ook, hij kende het boek. Hij had het ooit gekregen van zijn
schoonvader die ook schooldirecteur was. De gebonden versie belande begin dit
jaar bij een grote boeken opruiming in container. Ergens zag ik daar de
symboliek ook wel van in. Een boek dat inzicht geeft in ons menselijk handelen
en hoe je wordt beïnvloed belandt anno 2021 in de vuilcontainer.
Ik geloof dat we grotere stappen moeten zetten.
Hoewel ik begrijp dat het onderwijs overladen wordt met
opdrachten, zoveel taken dat er aan lesgeven steeds minder tijd kan worden
besteed, denk ik toch dat daar de sleutel ligt. Onderwijs is het beste antwoord
tegen de vergoogeling, de verfacebookisering van de samenleving. Kennis hoe het
gewicht van woorden werkt. De invloed van algoritmes op ons brein. Het bestaan
van algoritmes. Hoe informatie onze denkbeelden beïnvloed. Wat er gebeurt als
je naar Instagram kijkt. Hoe TikTok werkt. Wie bepaalt welke zoekresultaten
Google laat zien. Waarom zie je steeds diezelfde Facebook posts. Wie bepaalt
dat en vooral ook hoe.
De geest is allang uit de fles en krijg je er echt niet meer
in.
Op het moment dat mediabedrijven en marketeers besloten dat
er geen scheiding meer hoefde te zijn tussen redactie en commercie. Het moment
dat reclame niet meer herkend hoefde te worden als reclame gingen alle remmen
los. Elke boodschap, elk verhaal kan nu de intentie hebben om je ergens naar
toe te duwen. Misschien zou NIMA, Het Nederlands Instituut voor Marketing de
oversteek kunnen maken. Een brug kunnen slaan.
Misschien zou iedereen in de toekomst wel marketeer moeten
zijn.
Dat het Nederlands Instituut voor Marketing komt met
lespakketten voor bijvoorbeeld het basisonderwijs. Dat iedereen de basisbegrippen
van gedragsbeïnvloeding onder de knie kan
hebben. Snappen hoe de geest werkt. Om beter te begrijpen hoe de media je
mening kneedt. Om te begrijpen waarom politieke partijen roepen wat ze roepen.
Om te begrijpen dat iets roepen loont. Dat als je iets maar vaak genoeg roept
dat mensen denken dat het waar is. Het is maar een idee, maar als je echt iets
wilt veranderen moet je misschien wel bij het begin beginnen.
"Als je echt iets wilt veranderen moet je misschien wel bij het begin beginnen."
BeantwoordenVerwijderenHet onderwijs is al jarenlang gebasseerd op hetzelfde systeem waarbij een afzender (docent/school/overheid) informatie overbrengt naar een ontvanger (student/leerling). Hier bepaalt de afzender welke informatie de ontvanger moet opnemen en moet kunnen reproduceren om te voldoen aan de meetbare eisen. Meetbaarheid staat tegenwoordig hoog in het vaandel. Vooruitgang op school bestaat bijna alleen nog maar als het kan worden uitgedrukt in een meetbare eenheid, die te vergelijken is met andere leerlingen en de gegeven informatie. Het systeem is dus volledig gebasseerd op bestaande kennis overbrengen en vooruitgang meetbaar maken. Hier is daarom vrij weinig ruimte voor creatieve vrijheid en de vragen 'Wat wil ik? Wie ben ik? Wie ben ik tenopzichte van de wereld?'. (Dit is redelijk ongenuanceerd, er zijn uitzonderingen.)
Dit speelt een grote rol in hoe de consument informatie ontvangt. We worden, door de constructie van het onderwijssysteem, vanaf een jonge leeftijd geleerd dat een authoriteit (zoals een docent), de absolute waarheid spreekt. Deze informatie moeten we tot ons nemen en reproduceren.
Als het overgrote deel van het onderwijssysteem gebasseerd is op 'de authoritaire afzender bepaalt de waarheid', vindt ik het niet gek dat we ook alle informatie die we buiten het onderwijs krijgen ook klakkeloos als waarheid aannemen, zonder kritisch na te denken. (Dit in combinatie met de extreem grote hoeveelheid informatie die we binnen krijgen. We kunnen niet élk klein onderdeel altijd kritisch bekijken en beoordelen)
Misschien is het daarom goed om bij het begin te beginnen. Maar misschien niet in de vorm van 'lessen over gedragsbeïnvloeding' of 'lessen over hoe de media je mening kneedt'.