
Hoewel er steeds nieuwe ontwikkelingen gaande zijn zoals nu bijvoorbeeld Snapchat is het wat mij betreft meer van hetzelfde en is er een natuurlijke hiërarchie aan het ontstaan. Met grote mondiale sociale netwerken en special interest platformen voor specifieke doelgroepen. De gemeenschappelijke deler van deze van deze sites is wel de wijze van financiering, telkens zijn dat de adverteerders. Daarmee gedragen de sites zich steeds meer als de klassieke printed media en zullen we dus waarschijnlijk ook dezelfde soort niche players zien. Youtube is een absolute superster maar ik heb er moeite mee om Youtube in het de lijst van social media sites te plaatsen. Het is natuurlijk een definitie dingetje. Ik merk wel dat ik in 2013 Youtube heb ontdekt als plek waar je over vrijwel elk onderwerp een tutorial kunt vinden. Ik zie dat ook kinderen veel tijd doorbrengen op Youtube of het nu gaat om een tutorial over grammatica of het volgen van een beautyblog. Youtube is the place to be. Ik zag dit jaar ook de keerzijde van de social media. Steeds vaker worden mensen en organisaties bedreigd en achtervolgd door meestal anonieme accounts. Het lijkt er op dat vooral Twitter ruimte geeft voor deze uitwassen. Het leidt er steeds vaker toe dat mensen afhaken. Ik heb het idee dat andere platformen minder last hebben van dit verschijnsel. Misschien moet het anonimiteit principe van de social media over het algemeen een beetje aangescherpt worden. Ik verwacht echter dat social media sites als Twitter pas in actie komt op het moment dat adverteerders afhaken.
Twitter heeft zich ontwikkeld tot de core van mijn social media activiteiten. Ik plaatste in 2013 gemiddeld zo’n 20 tweets per dag. Een verdubbeling ten opzichte van 2012. Ik zag ook een verschuiving in de piek van door de week naar het weekend. De meeste tweets die ik plaatste zitten overigens in conversaties. Het aantal volgers op Twitter groeide in 2013 naar 39.000. Bloggen werd meer mijn ding. De teller van mijn weblog Studio DWVTS eindigde in 2013 op iets meer dan 70.000 pageviews dat is overigens cumulatief over een paar jaar. In 2013 werd ca. 40.000 keer een pagina bekeken. Ik heb geen referentie met vergelijkbare bloggers dus ik weet niet of dat veel of weinig is. Ik schreef in 2013 zo’n dertig artikelen en mijn blogs worden nu elke dag gelezen. Als je meer publiceert krijg je meer lezers zoveel is duidelijk. 2013 overziend hebben de social media een vastere plek ingenomen in mijn dagelijkse routine. Ik zie het gebruik van de driehoek Twitter, blog en linkedin als een vast onderdeel van mijn werk. Waarbij de scheidslijn tussen werk en privé wel erg dun is geworden. Facebook is voor mij een privé aangelegenheid geworden. Dat zegt overigens niets over de zakelijke mogelijkheden van Facebook die zijn enorm. Facebook is een uitstekende plek om klanten te binden en nieuwe klanten op te sporen. Ik gebruik Instagram nog steeds alleen just for fun. Komend jaar gaat Instagram de advertentie mogelijkheden verder uitrollen en ik verwacht dat het een doorslaand succes zal worden.
Het delen van informatie en het publiceren van zelf geschreven artikelen op mijn weblog hebben me in 2013 veel gebracht. Omdat ik het delen van informatie een vast onderdeel heb gemaakt van mijn Twitterfeed dwing ik mezelf om de actualiteit bij te houden. Daarmee is als het ware een wisselwerking ontstaan die voor mij positief uitpakt. Het publiceren van zelf geschreven artikelen houdt me scherp. Het bijhouden van een en weblog is als het ware een evaluatie moment waarop je ideeën toetst bij een breder publiek. Elke keer als ik op de “publiceren” knop druk vind ik het opnieuw spannend
De eenvoudigste manier om je activiteiten op de social media in perspectief te zetten is het gebruik van websites waarop je online invloed wordt gemeten. Ik bekeek er vier, Klout, Kred, Peerindex en Peerreach. Deze websites die online invloed onderzoeken zijn nog controversieel. Het meten van invloed zou onmogelijk zijn, makkelijk te corrumperen en feitelijk onbelangrijk. Elke methode is tot op zekere hoogte te corrumperen dat geldt niet alleen voor invloed van mensen of bedrijven op de social media. Voor de printed media zijn bijvoorbeeld de oplage / bereik cijfers van belang voor de prijsstelling. Hoe meer mensen er worden bereikt hoe hoger de prijs van een advertentie. Vandaar dat deze cijfers sinds jaar en dag onderwerp van discussie zijn. Zo worden meelezers soms meegeteld en vlak voordat de cijfers moeten worden gepubliceerd wordt er gestunt met goedkope of gratis proef abonnementen. Om die getallen te waarborgen zijn er controle instituten als het HOI in het leven geroepen want zodra het om geld gaat ligt manipulatie op de loer. Misschien moet er daarom ook wel zoiets als het HOI in het leven geroepen worden voor invloed op de social media.
Ik eindigde het jaar met een kloutscore van 69 op een schaal van honderd. De gemiddelde score op Klout is 40 en ongeveer 5% scoort boven de 63. Volgens Peerindex eindigde mijn “authority” in 2013 op 72. Kred gaf me een score van 813 op een schaal van 1000. Een vierde invloed onderzoeker is Peerreach. Peerreach kijkt onder meer naar de samenstelling van je volgers op Twitter en geeft daar insights over. Of en hoeveel spamvolgers je hebt, of het mannen of vrouwen zijn en hun leeftijd. Zo kan Peerreach zien of je publiek voornamelijk bestaat uit Russen boven de 60. Op basis van die insights maken ze kwalitatieve wegingen en stellen ze onder andere nationale en internationale top honderd lijsten samen. Volgens de scores van Peerreach eindigde ik 2013 als #10 in de top honderd peergroup marketing en als #24 in de top honderd peergroup van bloggers.
Overigens sta ik voorop om deze cijfers te relativeren. Het zijn immers maar getallen op basis van je social media presence. Ik houd me wel vast aan het idee dat het meten van invloed en autoriteit aan belang zal winnen. Invloed en autoriteit bepalen het gewicht van je boodschap en zijn daarmee een onderdeel van je geloofwaardigheid. De meetmethodes zullen de komende jaren verder verbeteren en daarmee zullen de uitkomsten relevanter worden. De voor en tegenstanders zullen blijven bestaan. Ik ben niet voor en niet tegen er is namelijk voor beide stellingen wel iets te zeggen. Ik zie de ontwikkeling wel als iets onvermijdelijks. Mensen zijn er nu eenmaal in geïnteresseerd waar ze staan en bedrijven willen steeds vaker weten met wie ze te maken hebben. Rankings zijn dan waarschijnlijk onvermijdelijk. Door het gebruik van de verschillende social media sites ontwikkel ik een scherper beeld van de mogelijkheden en die kan ik dagelijks toepassen.Voor mij vormen de zich nog steeds snel ontwikkelende mogelijkheden van de social media een bron van inspiratie en ik zie voldoende uitdagingen voor 2014.
Overigens sta ik voorop om deze cijfers te relativeren. Het zijn immers maar getallen op basis van je social media presence. Ik houd me wel vast aan het idee dat het meten van invloed en autoriteit aan belang zal winnen. Invloed en autoriteit bepalen het gewicht van je boodschap en zijn daarmee een onderdeel van je geloofwaardigheid. De meetmethodes zullen de komende jaren verder verbeteren en daarmee zullen de uitkomsten relevanter worden. De voor en tegenstanders zullen blijven bestaan. Ik ben niet voor en niet tegen er is namelijk voor beide stellingen wel iets te zeggen. Ik zie de ontwikkeling wel als iets onvermijdelijks. Mensen zijn er nu eenmaal in geïnteresseerd waar ze staan en bedrijven willen steeds vaker weten met wie ze te maken hebben. Rankings zijn dan waarschijnlijk onvermijdelijk. Door het gebruik van de verschillende social media sites ontwikkel ik een scherper beeld van de mogelijkheden en die kan ik dagelijks toepassen.Voor mij vormen de zich nog steeds snel ontwikkelende mogelijkheden van de social media een bron van inspiratie en ik zie voldoende uitdagingen voor 2014.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten