Consultants staan te trappelen om directies en management de weg te wijzen. Hoe te overleven in de digitale jungle. Maar heeft dat zin waarom zou je moeten overleven en presteren langerlevende bedrijven beter dan nieuwkomers?
Bedrijven die op houden te bestaan houden de gemoederen bezig. Geholpen door het internet leven we in een tijdperk van toenemende flexibilisering als het gaat om arbeid, vreemd genoeg niet als het gaat om bedrijven. Die zouden eeuwig moeten voorbestaan.
Bedrijven die op houden te bestaan houden de gemoederen bezig. Geholpen door het internet leven we in een tijdperk van toenemende flexibilisering als het gaat om arbeid, vreemd genoeg niet als het gaat om bedrijven. Die zouden eeuwig moeten voorbestaan.
Verdwijnende bedrijven zijn dagelijks onderwerp van gesprek. Vrijwel onmiddellijk na het ter ziele gaan van een bedrijf verschijnen er artikelen waarin gezocht wordt naar een verklaring, hoe we er iets van kunnen leren, hoe we het hadden kunnen voorkomen en niet onbelangrijk de schuldige.
De afgelopen vier jaar verdwenen er alleen al in Nederland 21.800 bedrijven schreef econoom Mathijs Bouman in het Financiële Dagblad. 21.800. Dat is nog uitgezonderd de zelfstandigen zonder personeel die er het bijltje bij neergooiden. Daarbij vallen de tientallen retail ondernemingen waar zoveel aandacht naar uitgaat eigenlijk in het niet.
Een soap over een ondergang kan eindeloos worden uitgesponnen. Het verhaal gaat steevast over falende management, te laat inspelen op veranderingen of te veel hooi op de vork. Directies die verkeerde beslissingen nemen zijn een dankbaar onderwerp, je kunt slachten en fileren zonder enig risico, een vorm van economisch populisme.
Niet alleen de gemoederen worden bezig gehouden ook een leger van consultants, zieners, veranderingsmanagers en andere belanghebbenden houdt zich er mee bezig. Hoe je het kunt voorkomen en hoe je een bedrijf toekomstbestendig kunt maken. Het internet is daarbij een handige stok achter de deur.
Bedrijven komen en gaan.
Volgens een onderzoek van Richard Foster, consultant bij het bedrijf Innosight, is de gemiddelde levensduur van bedrijven sinds 1958 gedaald van 61 jaar naar 18 jaar nu en lijkt een nog kortere levensverwachting in het verschiet te liggen. Naar verwachting zal 75% van de bedrijven die nu de S&P 500 domineren niet meer in deze vorm bestaan tegen 2027. In Engeland zien we dezelfde cijfers van de 100 bedrijven die de FTSE domineerden in 1984 waren in 2012 nog 24 over.
In diezelfde periode groeide het leger van expert dat bedrijven helpt om juist langer te leven misschien wel omgekeerd evenredig. Die adviezen en concepten lijken toch vooral water naar de zee te dragen, in de afgelopen honderd jaar is de gemiddelde levensduur van bedrijven ondanks alle goedbedoelde concepten met 83% afgenomen.
Dat percentage behelst niet alleen de faillissementen maar ook beëindiging als gevolg van een fusie of een overname, zoals in dit artikel van Only dead fish wordt toegelicht. Het geeft iets meer duiding, de ontwikkelingen gaan immers sneller dan pakweg 100 jaar geleden, dat heeft misschien effect op die levensduur. Het zou kunnen, maar waarschijnlijk niet.
De afgelopen vier jaar verdwenen er alleen al in Nederland 21.800 bedrijven schreef econoom Mathijs Bouman in het Financiële Dagblad. 21.800. Dat is nog uitgezonderd de zelfstandigen zonder personeel die er het bijltje bij neergooiden. Daarbij vallen de tientallen retail ondernemingen waar zoveel aandacht naar uitgaat eigenlijk in het niet.
Een soap over een ondergang kan eindeloos worden uitgesponnen. Het verhaal gaat steevast over falende management, te laat inspelen op veranderingen of te veel hooi op de vork. Directies die verkeerde beslissingen nemen zijn een dankbaar onderwerp, je kunt slachten en fileren zonder enig risico, een vorm van economisch populisme.
Niet alleen de gemoederen worden bezig gehouden ook een leger van consultants, zieners, veranderingsmanagers en andere belanghebbenden houdt zich er mee bezig. Hoe je het kunt voorkomen en hoe je een bedrijf toekomstbestendig kunt maken. Het internet is daarbij een handige stok achter de deur.
Bedrijven komen en gaan.
Volgens een onderzoek van Richard Foster, consultant bij het bedrijf Innosight, is de gemiddelde levensduur van bedrijven sinds 1958 gedaald van 61 jaar naar 18 jaar nu en lijkt een nog kortere levensverwachting in het verschiet te liggen. Naar verwachting zal 75% van de bedrijven die nu de S&P 500 domineren niet meer in deze vorm bestaan tegen 2027. In Engeland zien we dezelfde cijfers van de 100 bedrijven die de FTSE domineerden in 1984 waren in 2012 nog 24 over.
In diezelfde periode groeide het leger van expert dat bedrijven helpt om juist langer te leven misschien wel omgekeerd evenredig. Die adviezen en concepten lijken toch vooral water naar de zee te dragen, in de afgelopen honderd jaar is de gemiddelde levensduur van bedrijven ondanks alle goedbedoelde concepten met 83% afgenomen.
Dat percentage behelst niet alleen de faillissementen maar ook beëindiging als gevolg van een fusie of een overname, zoals in dit artikel van Only dead fish wordt toegelicht. Het geeft iets meer duiding, de ontwikkelingen gaan immers sneller dan pakweg 100 jaar geleden, dat heeft misschien effect op die levensduur. Het zou kunnen, maar waarschijnlijk niet.
Het is meer waarschijnlijk dat het heeft te maken met de richting waarin bedrijven zich de afgelopen 100 jaar zijn gaan ontwikkelen. Het jagen op korte termijn resultaat zoals we dat kennen gaat steeds vaker boven continuïteit, doel en traditie en is zo blijkt uit de getallen waarschijnlijk geen goed recept voor een lang bedrijfsleven.
De Japanse professor Makoto Kanda, maakte studie van Japanse bedrijven van honderd jaar en ouder. Merkwaardig genoeg zijn er in Japan meer dan 20.000 bedrijven die al zolang zaken doen waarvan sommigen zelfs al meer dan duizend jaar. 56% van alle bedrijven wereldwijd, ouder dan 200 jaar, is gevestigd in Japan.
De bedrijven die Makoto Kanda onderzocht hadden iets met elkaar gemeen. Familiebezit bijvoorbeeld, meer dan 80% van de bedrijven. Continuïteit, doel en traditie worden hoger gewaardeerd dan winst. De relatie als concept staat centraal. Niet alleen de relatie met de klant, wat we zo graag van de daken roepen, maar ook de relatie met de leverancier staat centraal. “They treat suppliers and customers as kings and will do anything to retain them, from generation to generation”. Wat betreft innovatie en verandering wordt gezocht naar een goede balans waarin verandering geen geweld doet aan traditie.
Het zijn echt niet allemaal achteraf steenhouwers of lokale glasblazers. Ook Nintendo dat recent in de belangstelling stond vanwege de Pokemon gekte staat met zijn 125 jaar in het rijtje van langlevende bedrijven. Nintendo dat ooit begon als fabrikant van handgemaakte hanafuda-kaarten, produceert die kaarten, heel traditioneel, nog tot op de dag van vandaag. Terug naar onze realiteit.
Wat gebeurt er eigenlijk met bedrijven die de deur sluiten, belanden die bedrijven op het kerkhof? “A new report from the Santa Fe Institute says quite the contrary: American companies die to create new companies or become a part of another company”. Je zou waarschijnlijk beter kunnen stellen dat het komen en gaan van bedrijven onderdeel is van een cyclus.
Waarom moet een bedrijf eigenlijk overleven?
De Japanse professor Makoto Kanda, maakte studie van Japanse bedrijven van honderd jaar en ouder. Merkwaardig genoeg zijn er in Japan meer dan 20.000 bedrijven die al zolang zaken doen waarvan sommigen zelfs al meer dan duizend jaar. 56% van alle bedrijven wereldwijd, ouder dan 200 jaar, is gevestigd in Japan.
De bedrijven die Makoto Kanda onderzocht hadden iets met elkaar gemeen. Familiebezit bijvoorbeeld, meer dan 80% van de bedrijven. Continuïteit, doel en traditie worden hoger gewaardeerd dan winst. De relatie als concept staat centraal. Niet alleen de relatie met de klant, wat we zo graag van de daken roepen, maar ook de relatie met de leverancier staat centraal. “They treat suppliers and customers as kings and will do anything to retain them, from generation to generation”. Wat betreft innovatie en verandering wordt gezocht naar een goede balans waarin verandering geen geweld doet aan traditie.
Het zijn echt niet allemaal achteraf steenhouwers of lokale glasblazers. Ook Nintendo dat recent in de belangstelling stond vanwege de Pokemon gekte staat met zijn 125 jaar in het rijtje van langlevende bedrijven. Nintendo dat ooit begon als fabrikant van handgemaakte hanafuda-kaarten, produceert die kaarten, heel traditioneel, nog tot op de dag van vandaag. Terug naar onze realiteit.
Wat gebeurt er eigenlijk met bedrijven die de deur sluiten, belanden die bedrijven op het kerkhof? “A new report from the Santa Fe Institute says quite the contrary: American companies die to create new companies or become a part of another company”. Je zou waarschijnlijk beter kunnen stellen dat het komen en gaan van bedrijven onderdeel is van een cyclus.
Waarom moet een bedrijf eigenlijk overleven?
De overeenkomst tussen mensen en bedrijven dringt zich op. Misschien niet zo gek omdat de meeste bedrijven nu eenmaal een afspiegeling zijn van organisaties die gevormd worden door mensen. Levensverlenging van de onderneming betekent zekerheid voor alles en iedereen die ervan afhankelijk is maar heeft niets van doen met de oorspronkelijke reden van het bestaan van de het bedrijf.
Uit hetzelfde onderzoek van professor Foster blijkt dat er nauwelijks een relatie is tussen levensduur en winstgevendheid. Met andere woorden een bedrijf kan wel 50, 100 of 1000 jaar meegaan het zegt weinig tot niets over de performance. Een blik op de aandelenmarkt laat juist het tegendeel zien.
Goed beschouwd kijken we misschien wel op een verkeerde manier naar bedrijven. Er is immers in de meeste gevallen weldegelijk leven na dood en hoewel het romantisch klinkt is er zakelijk gezien misschien wel geen noodzaak voor levensverlenging, integendeel we zouden er waarschijnlijk bij gebaat zijn, wanneer bedrijven waar nog levenskracht in zit, sneller de handdoek in de ring zouden gooien om op te gaan in andere, nieuwe initiatieven.
Uit hetzelfde onderzoek van professor Foster blijkt dat er nauwelijks een relatie is tussen levensduur en winstgevendheid. Met andere woorden een bedrijf kan wel 50, 100 of 1000 jaar meegaan het zegt weinig tot niets over de performance. Een blik op de aandelenmarkt laat juist het tegendeel zien.
Goed beschouwd kijken we misschien wel op een verkeerde manier naar bedrijven. Er is immers in de meeste gevallen weldegelijk leven na dood en hoewel het romantisch klinkt is er zakelijk gezien misschien wel geen noodzaak voor levensverlenging, integendeel we zouden er waarschijnlijk bij gebaat zijn, wanneer bedrijven waar nog levenskracht in zit, sneller de handdoek in de ring zouden gooien om op te gaan in andere, nieuwe initiatieven.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten