Kasper W. Huizinga Commercieel manager LiveLife @kasperhuizinga |
Het mooie van terugkijken is altijd dat je je verwondert over de ontwikkelingen die je zelf hebt meegemaakt. Bijvoorbeeld op het gebied van de televisie toen Nederland 3 werd aangekondigd vroegen de mensen zich af waar het allemaal zou stoppen. Of op het gebied van mobiele telefonie, wie herinnert zich niet de ATF-2 types, die zich een breuk sjouwden aan externe accu's. En de laatste jaren natuurlijk met de opkomst van het internet. De 60 jarigen van nu kijken ook terug, en realiseren zich dat hun grootouders, dus de 60 jarigen van de seventies van de vorige eeuw, zich rond hun 60e levensjaar gingen oriënteren op de toen belangrijkste vraag: wanneer schrijven we ons in voor een bejaardenhuis? En als we dat al doen waar en in welk tehuis? Het leefpatroon was in die tijd natuurlijk ook volstrekt anders. Hoe anders is het nu. Door recente wetgeving gesteund is het niet de vraag of je als oudere langer thuis kunt blijven wonen, maar de vraag is hoe gaan we dat organiseren? Wat zijn de primaire voorwaarden voor zo lang mogelijk thuis blijven wonen op een vitale comfortabele en veilige manier en zijn we dan nu op het punt beland waarop Nederland zich opmaakt voor een ongekende stop op de migratie naar verzorgingshuizen en de varianten daarop? Ouderen van nu willen zelf ook zo lang mogelijk thuis wonen, wetgeving of niet.
Ouderen kunnen heel lang thuis blijven wonen, nog even daargelaten dat de ene woning daar beter voor geschikt is (te maken) dan de andere. Vitaliteit is daarbij wel het sleutelwoord. Vitaliteit stelt mensen in staat zo lang mogelijk zonder hulp zelf te blijven functioneren. Niet voor niets is artrose ziekte nummer één onder ouderen. Blijven bewegen houdt je vitaal. Maar er is meer dan bewegen. Gezonde voeding, mobiliteit, sociale interactie , veiligheid, geld, wonen, mantelzorg en daten (jawel) het zijn allemaal belangrijke issues. Onze maatschappij is nu primair ingericht om jongeren die in het volle leven staan te faciliteren. De zorg voor ouderen is daarbij stelselmatig onderwerp van re-organisatie, herinrichting. De discussie over een leeftijdsgrens voor dotter-operaties wordt elk jaar wel ergens gevoerd. Maar ouderen zijn onlosmakelijk verbonden aan onze maatschappij, en het aantal groeit met de dag. Nu nog 2.5 miljoen 65-plussers, over 25 jaar zijn het er al 4.5 miljoen.
Als je deze cijfers in ogenschouw neemt, kunnen we er maar beter voor zorgen dat de infrastructuur voor die ouderen staat als een huis. Door te investeren in vitaliteitsdiensten en internet platforms voor ouderen bijvoorbeeld, zodat ouderen hun eigen kennis kunnen delen met andere ouderen. Zo leren ze van elkaar. Het is misschien wel een beetje bijbels: de lamme helpt de blinde. Dankzij voortschrijdende techniek zijn er over 10 jaar geen ouderen meer te vinden die niet op de één of andere manier online zijn. Dat biedt ongekende kansen. De doelgroep zwemt in de vrije tijd heeft geen ontslag risico en wil heel graag zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Kansen te over voor partijen die hier werk van willen maken.
De informatie voor ouderen is nu bijvoorbeeld versnipperd bereikbaar. Daar zou regie op moeten komen. Dat lijkt me alleen al een belangrijke uitdaging voor de nabije toekomst. Elke 40-plusser moet zich realiseren dat leeftijd 70 slechts 30 jaar verderop ligt. Dat klinkt ver weg, maar elke 70-plusser kan je vertellen dat het in een oogwenk zo ver is.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten