woensdag 16 maart 2016

Hoewel iedereen op het internet koopt steeg het marktaandeel met niet meer dan 1.3%.

We weten precies waarom de winkelketens het loodje leggen. Het internet. We kopen alles online met als logisch gevolg dat de stenen winkels moeten sluiten. 

Waar of niet waar. 

De berichtgeving over dit onderwerp is een beetje eendimensionaal geworden en verbloemt een stuk van de werkelijke problematiek. Natuurlijk is er de afgelopen tien jaar iets veranderd. Twee belangrijke bewegingen kwamen samen. 

Het consumentenvertrouwen zakte dankzij de schuldencrisis naar ongekend lage niveaus en zorgde ervoor dat de klant nog maar mondjesmaat geld uitgaf. Tegelijkertijd kon diezelfde klant zich op prijs gaan oriënteren via het internet. 

Niet alleen oriënteren werd mogelijk maar ook direct kopen. Dat online webshops op zoek naar marktaandeel het maken van winst ondergeschikt maakten was een prettige bijkomstigheid. Zo werd het internet in korte tijd het paradijs voor klanten op zoek naar voordeel. 

Dat de webshops er desondanks nog niet in slaagden om meer marktaandeel binnen te harken is vreemd, ze hadden immers maximaal momentum. Volgens Wijnand Jongen, directeur Thuiswinkel.org, bedraagt het online markt aandeel in 2015 8,9% tegen 7,6% in 2014. Een groei die voor de helft wordt veroorzaakt door de opkomst van de maaltijdboxen en de online verkopen van de supermarkten.

Je kunt dagelijks lezen van de kaalslag in de winkelstraten.

Het is voorpagina nieuws. Retail specialisten presenteren kant en klare oplossingen met ingewikkelde schema’s en online formules die verlichting moeten brengen. 


De praktijk is misschien wel minder ingewikkeld. Een webshop kun je starten zonder noemenswaardige financiering. Met behulp van drop-shipping ben je ook zonder geld al snel in business. 

Het beginnen van een stenen winkel vergt een andere commitment in de vorm van het aangaan van een huurcontract met een bijpassende financiering. Financiering die door de banken tegenwoordig minder makkelijk worden verstrekt.

Met die leegstand op de belangrijke locaties valt het wel een beetje mee.

De gemiddelde leegstand op A1 locaties ligt volgens onderzoeker Locatus al jaren stabiel rond de 2%. Bovendien nam de leegstand in 2015 volgens hetzelfde Locatus niet toe. De leegstand wordt veroorzaakt door de C locaties en de krimpgebieden in Nederland. Plekken waar niemand komt zijn simpelweg minder geschikt voor een winkel dat vertaalt zich natuurlijk tot leegstand. 


Die locaties moeten worden opgeruimd of omgebouwd tot woningen. Een proces dat gaande is. Als je in het centrum Amsterdam een winkel wilt openen zal je voorlopig moeten wachten. Het totale areaal winkelvierkante meters nam de afgelopen tien jaar zelfs toe. De dichtheid aan winkelvierkante meters in Nederland behoort nog steeds bij de top in Europa.

Veel ketens maakten bovendien afgeslankt en daarmee aangepast aan de nieuwe werkelijkheid een doorstart. Een kleine greep uit een lange lijst, Scapino, DA, Halfords, Miss Etam, Schoenen reus, Manfield, Mexx, Esprit, Paradigit en Perry Sport. 


Dat daarmee duizenden banen bleven behouden is nieuws voor pagina zeven of helemaal geen nieuws. Over alle sectoren gaat het om duizenden bedrijven die tijdens de moeilijkere jaren failleerden om vervolgens een doorstart te maken.

Goede tijden en slechte tijden volgen elkaar tegenwoordig snel op.

Je bent nog amper gewend aan het idee dat het consumentenvertrouwen toeneemt of je wordt alweer gewaarschuwd voor de volgende recessie. Dat vereist een flexibiliteit in kosten die je als gevestigd ondernemer domweg niet hebt. 


De kosten van arbeid vormen in veel gevallen de belangrijkste kostencomponent. Juist het snel terugbrengen van die kosten is dankzij vooroorlogse wetgeving nagenoeg onmogelijk. De belangrijkste uitgangspunten voor de huidige wetgeving stammen uit het buitengewoon besluit arbeidsverhoudingen door koningin Wilhelmina opgemaakt in 1945. 

De fundamenten van die wetgeving werden gelegd in 1907. Natuurlijk zijn er door de jaren heen zo links en recht wat wijzigingen doorgevoerd. Maar tot op de dag van vandaag zit het systeem van afspraken tussen werknemers en werkgevers muurvast.

Eenmaal een vast contract op zak kun je mensen moeilijk ontslaan.

Mocht je dat al willen dan gaat dat gepaard met veel kosten. Geld dat niet geïnvesteerd kan worden in de zo noodzakelijke verandering. Dat niet alleen, bij ontslag moet je afspiegelen. Je moet de ontslagen gelijkelijk verdelen onder de verschillende leeftijdscategorieën. 


Dat zoiets in voorkomende gevallen niet past bij de economische realiteit van een onderneming doet voor de overheid minder ter zake. Zo kan het dat je als retailer tientallen jaren goed gezorgd hebt voor je mensen maar dat die mensen minder geschikt blijken om je bedrijf naar een nieuwe toekomst te loodsen. 

Je kunt je niet aanpassen en komt klem te zitten. Het zijn maar details in een stelsel van regels dat ervoor zorgt dat je als ondernemer langzaam maar zeker vast komt te zitten in een web van vaste afspraken.

De tweede belangrijke kostencomponent in de retail zijn de huurcontracten op de A1-locaties. In goede tijden werden langlopende contracten getekend van soms wel 20 jaar. 


Begrijpelijk. Enerzijds om ervoor te zorgen dat je voor lange tijd zeker was van je locatie, je belangrijkste marketingcomponent. Anderzijds zijn lange contractperiodes overwegend voordeliger. De verhuurder koopt immers zekerheid in ruil voor een iets lagere prijs. In slechte tijden zit je dan wel vast aan te hoge kosten. 

De verhuurder op zijn beurt kan niets aan die huurprijs doen. De bankfinanciering van zijn pand is gebaseerd op die te hoge huurprijs. Een lagere huurprijs kan betekenen dat de waarde van het onderpand daalt en dat er door verhuurder aan de bank bijgepast moet worden. Een onmogelijke situatie voor beide partijen.

Snel inspelen op verandering is moeilijk.

Aanpassen kost daarom tijd, tijd die er vaak niet is. Hoewel het een gedrocht is, is daarom de doorstart inmiddels één van de meest gekozen oplossingen om snel te reorganiseren. Dat zo’n doorstart in Nederland lukt mag een wonder heten. 


Eenmaal aangeland bij de rechter krijg je te maken met faillisementwetgeving uit 1893. Er is in Nederland niet echt een periode om orde op zaken te stellen zodat er toch nog aardig wat mensen aan het werk kunnen blijven. De regels zijn zo gemaakt dat het opgebouwde kapitaal vernietigd wordt en dat schuldeisers in de meeste gevallen geen enkele kans hebben om nog maar één cent te zien. 

Surseance is het onvermijdelijke voorportaal van het faillissement. Een slechte zaak. Ook voor toeleveranciers geldt immers dat het afstrepen van de vordering pijn doet maar dat het kwijtraken van een klant de toekomst helemaal onzeker maakt.

Verouderde wetgeving is voor de retail een grotere bedreiging dan de webshops.

Het is niet voor niets dat Nederlandse insolventie advocaten al jarenlang bij de overheid aankloppen voor noodzakelijke verandering. Ze erkennen dat de verouderde wetgeving niet past binnen de huidige economische dynamiek en kwamen daarom vorige week kwamen met een vijf punten plan. 


Een aanpak gericht op voortzetting en behoud van kapitaal in plaats van destructie zoals nu in Nederland is geregeld. Of er iets zal veranderen valt te betwijfelen. Terwijl de problematiek zo helder is slaagt de politiek er ook niet in om met slimme ideeën de economie te voorzien van nieuwe impulsen. 

Zo blijven ondernemers worstelen met regels uit een vorige eeuw. Nieuw gevestigde ondernemingen hebben in Nederland daarom een enorme voorsprong op bestaande ondernemingen. Ondernemingen die al tientallen jaren en soms nog veel langer een bijdrage hebben geleverd aan ons huidige welvaartsniveau worden zonder enig respect door de pers afgeserveerd.

Weggelachen omdat ze niet snel genoeg konden inspelen op de nieuwe tijd. Omdat ze niet naar de klant luisterden. Omdat ze niet anticipeerden op het internet of omdat ze geen webshop hadden. Stuurlui, die zelf nog nooit een boot hebben gezien en geen idee hebben van de werkelijke problematiek geven met graagte hun academische achteraf-commentaren. 


Ook die nieuwe ondernemers zullen vroeg of laat geconfronteerd worden met wetgeving die het ze onmogelijk maakt om te snel wenden. Om zich aan te passen aan de vele veranderingen. Ik ben benieuwd of er dan ook nog zo gelachen wordt.

Als je tot hier hebt gelezen ben je waarschijnlijk ook geïnteresseerd in dit artikel.
De stijging van het aandeel online retail verkopen lijkt een beetje op goochelen.

Ketens die een doorstart maakten, werden overgenomen of samengevoegd. Scapino doorstart, DA doorstart, Halfords doorstart, Miss Etam doorstart, Schoenen reus overgenomen door investeerders, Failliete Manfield overgenomen door Sacha, Perry sport staat op de rand van een doorstart, Mexx maakt een doorstart, Esprit maakt een doorstart, Paradigit maakt een doorstart

Geen opmerkingen :

Een reactie posten